Dat heeft
het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag bekendgemaakt.
Daar staat tegenover dat de waarde van alle koopwoningen tweemaal zo hoog is
als de hypotheekschuld. Daarnaast hebben huishoudens spaardepots en
vorderingen op pensioenreserves die de hypotheekschuld riant overtreffen,
aldus het CBS.
Spaartegoeden
Het totaal aan langlopende leningen van huishoudens is tussen 1996 en vorig
jaar 3,8 keer zo groot geworden. Eind 2011 bedroeg de waarde van
koopwoningen bijna 1,4 biljoen euro.
"Ondanks de recente daling van de huizenprijzen is de totale huizenwaarde
nog altijd ruim tweemaal zo hoog als de totale hypotheekschuld. Dit neemt
niet weg dat voor veel individuele huishoudens de woningwaarde lager is dan
de aangegane hypotheek", stellen de onderzoekers.
De totale spaartegoeden van Nederlandse huishoudens bedroegen eind vorig jaar
332 miljard euro, bijna de helft van de totale hypotheekschuld. De
spaartegoeden nemen volgens het CBS sinds 2008 relatief sneller toe dan de
hypotheekschuld.
Duitse hypotheekschuld
De belangrijkste oorzaak van de hoge hypotheekschuld moet volgens het CBS
gevonden worden in de enorme vraag naar koopwoningen vanaf midden jaren '90
tot de kredietcrisis in 2008. Daarnaast deden nieuwe hypotheekvormen hun
intrede en versoepelden de voorwaarden waartegen hypotheken verstrekt konden
worden.
Het statistiekbureau wijst erop dat de Duitse hypotheekschuld anderzijds tot
een van de laagste van Europa behoort. Bij de oosterburen nam vanaf midden
jaren '90 het beschikbaar inkomen minder snel toe. Verder is het fiscale
klimaat voor hypotheken in Duitsland essentieel anders dan in Nederland.
Zowel de gemiddelde huizenprijzen als de relatieve schuld namen in Duitsland
dan ook af.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl